Audi breidde in de zomer van 2021 zijn elektrische e-Tron-gamma aan de onderzijde uit met de Q4, die bijna prompt het gezelschap kreeg van een Sportback-afgeleide, met een schuiner aflopende kont. Met zijn lengte van 4,59 meter valt deze Q4 qua formaat pal tussen een Q3 en Q5. Technisch gezien rust hij op het elektrische MEB-platform van de VW ID.4 en Skoda Enyaq iV. Zijn interieur en koffer zijn trouwens net zo ruim als bij die twee neven, maar dankzij een hoogwaardiger afwerking positioneert de Audi zich toch een trapje hoger. De hightech scheert hier hoge toppen, met als klapstuk een head-updisplay met augmented reality, dat zijn pijlen op de weg lijkt te projecteren. De instapversie heet 35 en houdt het bij 170 pk, een batterij van 55 kWh en achterwielaandrijving. Een trapje hoger is ook de 204 pk sterke 40 een achterwielaandrijver, terwijl de 50 e-Tron dankzij een tweede elektromotor op de voortrein 299 pk ontwikkelt en een vierwielaandrijver wordt. Beide versies rekenen op een grote batterij van 82 kWh om een aantrekkelijk rijbereik voor te leggen. Daardoor kunnen ze meteen ook sneller laden: 11 kW en driefasig aan een AC-laadstation en tot 125 kW aan een snellader. Ter vergelijking: de e-Tron 35 houdt het bij een eenfasige omvormer van 7 kW en 100 kW aan een DC-lader. Alle versies bieden een uitstekend compromis tussen comfort en dynamisme. De Audi Q4 is iets duurder (maar ook chiquer) dan zijn technisch identieke neefjes bij Volkswagen en Skoda. Anderzijds kost hij wel minder dan de (weliswaar grotere) BMW iX3, en zelfs dan de kleinere Mercedes EQA. Kortom, dit is een uitgekiend product, met een al even uitgekiende positionering.