In 2020 lanceerde Seat de vierde generatie van de Leon. Net als de andere compacte modellen van de Volkswagen-groep rust deze Spanjaard op het MQB Evo-platform, maar dan wel op de lange variant (die van de Skoda Octavia), met een wielbasis van 2,68 meter. Vooral de beenruimte op de goed gevormde achterbank profiteert daarvan. De koffer heeft een gemiddeld volume (380 liter), al moeten de plug-inversies maar liefst 110 liter prijsgeven. Hoewel de inrichting van het dashboard verschilt, is de achterliggende technologie voor het infotainmentsysteem en de comfortuitrusting dezelfde als bij de zustermerken binnen de Volkswagen-groep. De Leon erft ook alle rijhulpsystemen van zijn neefjes... inclusief een actieve spoorassistent die veel te enthousiast blijkt. De langere wielbasis en het toegenomen gewicht doen de nieuwe Leon wat minder snedig insturen dan zijn voorganger, maar hij blijft wel effici‘nt rijden. De ophanging reageert ook iets soepeler dan we van vorige generaties gewend waren, al blijft ze op sommige types wegoneffenheden aan de stugge kant, zeker in de sportiever getinte FR-versies. Het motorenpalet telt vijf benzines (90 tot 300 pk), twee diesels (115 en 150 pk) en twee fiscaal aantrekkelijke plug-inhybrides op basis van de 1.4 TSI, en in totaal goed voor 204 of 245 pk. De krachtigste Leons worden trouwens verkocht onder de Cupra-vlag. De huidige Seat Leon is wat braver geworden Ð ernstiger, zullen sommigen zeggen Ð maar werpt zich met zijn grotere binnenruimte, zijn toptechnologie en zijn effici‘nte motoren meer dan ooit op als een waardig alternatief voor de VW Golf... voor een lagere prijs.