De Explorer die Ford sinds 2020 in Europa aanbiedt, is in Amerika een waar icoon. Bij ons neemt hij het op tegen premiumkleppers als de Audi Q7, BMW X7 en Mercedes GLS. Net als dat Duitse trio is de Explorer flink uit de kluiten gewassen, met zijn lengte van 5,05 meter. Binnenin biedt hij dan ook royaal plaats, en de koffer is enorm: met alle stoelen weggeklapt loopt het laadvolume op tot bijna 2,3 kubieke meter. Een derde stoelenrij is standaard. Typisch Amerikaans is het grote aantal bekerhouders: niet minder dan twaalf stuks, verspreid over het interieur. De afwerkingskwaliteit stelt echter teleur Ð zelfs over de Grote Plas geniet de Explorer op dat vlak geen al te beste reputatie, dat zegt genoeg. In Europa kennen we enkel de plug-inhybride versie, met een 3,3 liter grote V6 van 363 pk aan een elektromotor van 100 pk en een batterij van 13,6 kWh. Volgens Ford genoeg voor 40 elektrische kilometers, in de praktijk is dat eerder 20 ˆ 25 kilometer. In elk geval ligt de CO2-uitstoot boven 50 g/km, zodat professionals deze SUV maar beperkt fiscaal mogen inbrengen. Hoewel hij onderweg niet de zijdezachte filtering van zijn premiumrivalen evenaart, gedraagt de Explorer zich wel stabiel en alert. Bovendien kan hij rekenen op een heel arsenaal van rijhulpsystemen, die allemaal standaard zijn, tot een semiautonome rijassistent toe. Met zijn look en zijn enorme interieur valt de Ford Explorer in de smaak. Zijn plug-inhybride aandrijfgeheel is daarentegen wel krachtig, maar het elektrische rijbereik is te beperkt, met alle gevolgen van dien voor het verbruik Žn de fiscaliteit.